Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
We can see many stars tonight. We kunnen veel sterren zien deze nacht.
We can’t fail again. We kunnen niet weer falen.
We can’t find Tom. We kunnen Tom niet vinden.
We climbed the mountainside. Wij beklommen de berghelling.
We concede your right to this property. We erkennen je recht op dit eigendom.
We couldn’t be more excited. We konden niet meer opgetogen zijn.
We didn’t find anything to eat. We hebben niets gevonden om te eten.
We didn’t know which bus to take. We wisten niet welke bus we moesten nemen.
We didn’t play well. We hebben niet goed gespeeld.
We discussed how we could organize the party. We bespraken hoe we het feest konden organiseren.
We do not know all the characteristics of the virus. We niet alle eigenschappen van het virus kennen.
We don’t have time to argue. We hebben geen tijd om te discussiëren.
We don’t know anything about Istanbul. We weten niets over Istanboel.
We don’t meet anyone by chance. We ontmoeten niemand toevallig.
We drew a grid on the paper to make the boxes equal. We tekenden een rooster op het papier om de vakjes gelijk te maken.
We eat a lot of pasta. We eten veel pasta.
We even have colour television. We hebben zelfs kleurentelevisie.
We expect a commitment. We verwachten een toezegging.
We feel very safe here. We voelen ons hier erg veilig.
We fix all kinds of clocks here. We repareren allerlei soorten klokken hier.