Understand spoken Dutch

Audio - Google text-to-speech

Recording English Sort descending Dutch Learn
We need to discuss this beforehand. We moeten dit van tevoren bespreken.
We need to get out of here now. We moeten hier nu weg.
We need to maintain the momentum during the race. We moeten de schwung behouden tijdens de race.
We need to move the meeting. We moeten de vergadering verschuiven.
We need to rent a room for our party. We moeten een ruimte voor ons feest huren.
We need to secure the gangplank firmly. We moeten de valreep stevig vastmaken.
We need to sleep. Wij moeten slapen.
We need to solve this pressing question. We moeten deze prangende vraag oplossen.
We need to tow that wreck away. We moeten dat wrak wegslepen.
We needed a tow rope to rescue the caravan. We hadden een sleeptouw nodig om de caravan te redden.
We never sit in the front. Wij zitten nooit vooraan.
We now need to put a fence around our bubble. We moeten nu een omheining rond onze bubbel zetten.
We only have one thing left to do. We moeten maar één ding meer doen.
We performed three plays at school. We hebben op school drie toneelstukken opgevoerd.
We picked up the apples that had fallen from the tree. We raapten de appels op die van de boom waren gevallen.
We plan to have an old-fashioned Christmas dinner. We zijn van plan om een ouderwets kerstdiner te houden.
We sat in total silence. We zaten in doodse stilte.
We sat under the canopy. We zaten onder de luifel.
We saw a beautiful carriage in the museum. Wij zagen een prachtige koets in het museum.
We saw mountains in the distance. We zagen bergen in de verte.