Audio - Google text-to-speech

English Sort descending	Dutch	Learn
It’s snowing.	Het sneeuwt.	Learn
It’s so cold!	Het is zo koud!	Learn
It’s soon time for your income tax return.	Het is langzaam tijd voor je aangifte inkomstenbelasting.	Learn
It’s ten past eight.	Het is tien over acht.	Learn
It’s ten past one.	Het is tien over één.	Learn
It’s ten to two.	Het is tien voor twee.	Learn
It’s the 16th of June 1978.	Het is 16 juni 1978.	Learn
It’s the 22nd of June 1976.	Het is 22 juni 1976.	Learn
It’s the perfect opportunity.	Het is de ideale gelegenheid.	Learn
It’s time to reconcile.	Het is tijd om te verzoenen.	Learn
It’s too big.	Het is te groot.	Learn
It’s twenty past one.	Het is twintig over één.	Learn
It’s twenty-five past eight.	Het is vijfentwintig over acht.	Learn
It’s twenty-five past one.	Het is vijf over één.	Learn
It’s very hard to get rid of the cockroaches in our house.	Het is moeilijk van de kakkerlakken af te geraken in ons huis.	Learn
It’s what day?	Welke dag is het?	Learn
It’s your responsibility.	Het is jouw verantwoordelijkheid.	Learn
I’d be grateful.	Ik zou dankbaar zijn.	Learn
I’d like a glass of water.	Ik zou wel een glas water willen.	Learn
I’d like to be Picasso.	Ik zou wel willen Picasso zijn.	Learn