Ik wil dat je bij Tom blijft.
Ik heb me zorgen om je gemaakt.
Je kan niet winnen als je niet speelt.
«Kun je eieren leggen?» vroeg zij.
Waarom drink je zoveel vanavond?
Heeft Tom je over zijn ouders verteld?
Heb je een bank?
Wat zit je dwars?
Je moet wachten.
Spreek je Engels?
Welke talen spreek je?
Eet je graag knoflook?
Heb je knoflook gegeten?
Wie zou je dan kunnen begrijpen?
Kun je me alsjeblieft een stuk brood geven?
Het enige wat je zou moeten doen is wachten.
ik zou wel willen, dat je dat eens wat anders kon maken
Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
Heb je rijst gegeten?
Je begrijpt dat toch?