"wish" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	I wish everyone knew this.	Ik wou dat iedereen dit wist.
	I wish we could help.	Ik wou dat we konden helpen.
	Sami wasn’t really trying to settle down.	Sami wou zich niet echt vestigen.
	And the mother said, “I wish you went away from here!”	En de moeder zeide: “Ik wou, dat je maar ver hier vandaan waart!”
	I wish you had called ahead.	Ik wou dat je van tevoren had gebeld.
	Do you ever wish you could experience something ‘for the first time’ again?	Heb je ooit dat je wou dat je iets opnieuw ‘voor het eerst’ kon beleven?
	I didn’t mean to offend you.	Ik wou je niet beledigen.
	Yanni wanted to speak with a detective.	Yanni wou met een detective spreken.
	I wasn’t trying to be a hero.	Ik wou niet de held uithangen.
	I just wanted to apologize.	Ik wou gewoon mijn excuses aanbieden.
	I wish I was more confident.	Ik wou dat ik zelfverzekerder was.
	Despite his best attempts, the car would not start.	De auto wou niet starten ondanks zijn inspanningen.