Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.
Ze kuste hem.
dreven de spot
Plots kuste ze me.
Hij groef een gat.
Ik gespte mijn riem vast.
Ik zette de eerste stap.
Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.
Het vroor, dat het kraakte
De leeuweriken zongen.
De advocaat verwachtte Ben.
Pieter viel hem in de rede
Hebt u uw belager gezien?
Hij greep me bij mijn kraag.
Hij groef een gat in de tuin.
Iedereen glimlachte.
Zelfs Tom glimlachte.
Ik wou je niet beledigen.
Ik dacht dat je zwanger was.
Hij ontving een vergoeding.