Understand spoken Dutch

Verbs (simple past) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Thousands of lights were burning upon the green branches and coloured pictures, like those she had seen in the show-windows, looking down upon her.

Duizenden lichten brandden er op de groene takken, en bonte prenten, zoals die, welke er voor de winkelramen te zien waren, zagen op haar neer.

She kissed him.

Ze kuste hem.

ridiculed

dreven de spot

She suddenly kissed me.

Plots kuste ze me.

He dug a hole.

Hij groef een gat.

I fastened my belt.

Ik gespte mijn riem vast.

I’ve taken the first step.

Ik zette de eerste stap.

But the poor duckling that had hatched last and looked so ugly was bitten, bumped and fooled by both the ducks and the chickens.

Maar het arme eendje, dat het laatst uit het ei gekomen was en er zo lelijk uitzag, werd gebeten, gestoten en voor de gek gehouden, en dat zowel door de eenden als door de kippen.

It froze so hard that the ice in the water crackled

Het vroor, dat het kraakte

The larks sang.

De leeuweriken zongen.

The lawyer was expecting Ben.

De advocaat verwachtte Ben.

Pieter interrupted him

Pieter viel hem in de rede

Did you see your attacker?

Hebt u uw belager gezien?

He grabbed me by the collar.

Hij greep me bij mijn kraag.

He dug a hole in the garden.

Hij groef een gat in de tuin.

Everyone smiled.

Iedereen glimlachte.

Even Tom smiled.

Zelfs Tom glimlachte.

I didn’t mean to offend you.

Ik wou je niet beledigen.

I thought you were pregnant.

Ik dacht dat je zwanger was.

He received compensation.

Hij ontving een vergoeding.