Verbs (simple past) 26 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He muddled his sentences.	Hij verhaspelde zijn zinnen.
	I’m glad you invited me.	Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.
	The turbulent sea frightened the children.	De woelige zee beangstigde de kinderen.
	The police arrested him for indecency.	De politie arresteerde hem voor zedenschennis.
	The answer to the question is still missing.	Het antwoord op de vraag is nog steeds uitgebleven.
	He took advantage of my ignorance and deceived me.	Hij profiteerde van mijn onwetendheid en bedroog me.
	They warned us about the dangers of drowning.	Ze waarschuwden ons voor de gevaren van verdrinking.
	Her repentance inspired others to change as well.	Haar inkeer inspireerde anderen om ook te veranderen.
	The spotlights illuminated the stage during the concert.	De schijnwerpers verlichtten het podium tijdens het concert.
	Then we knew it was ammonia and we got out as quickly as possible.	Toen wisten we dat het ammoniak was en zijn we zo rap mogelijk uitgestapt.