Er is een vacature.
Wacht ergens anders.
Dat is niet leuk; het is saai.
Waar brengt u me heen?
Ze heeft hem gebeten.
Sami draagt een tulband.
Deze vergadering is saai.
Wie heeft pizza besteld?
Hij heeft een bier besteld.
Het gras in de tuin is groen.
Hoe laat is het ontbijt?
De vacature staat open.
Het is niet mijn paraplu.
Maar dat zit hem niet dwars.
Heeft jouw huis een kelder?
Het is een prachtig gewest.
Dit is toevallig gebeurd.
Laat Tom alsjeblieft met rust.
Die nieuwe is nog de mooiste!
Is dat wat er met Tom is gebeurd?