Verbs (Present tense, 3rd person plural) 7 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Things are changing fast.	De dingen veranderen snel.
	Why are you whispering?	Waarom fluisteren jullie?
	We import flour from America.	We importeren meel uit Amerika.
	These mosquitos are eating me alive!	Die muggen verslinden mij levend!
	Small things often cause annoyance.	Kleinigheden veroorzaken vaak ergernis.
	This means that a lot of people have the virus and excrete it.	Dat betekent dat veel mensen het virus hebben en uitscheiden.
	The foster parents support the development of the child.	De pleegouders ondersteunen de ontwikkeling van het kind.
	195 countries each defend their own interests	195 landen verdedigen elk hun eigen belangen
	There are various factors that influence language acquisition in adults.	Er zijn verschillende factoren die de taalverwerving bij volwassenen beïnvloeden.
	Divided into five branches, 85 colleagues develop in Java, Ruby and PHP.	Verdeeld over vijf vestigingen ontwikkelen 85 collega’s in Java, Ruby en PHP.