Tom woont hier ergens.
maar toch liep het er hoog mee, zoals het nog nooit ergens mee gedaan had
Ze woont in dit dorp.
Ken jij iemand die in dat gebouw werkt?
Je mag mijn auto gebruiken, als je wil.
Zij woont in het Verenigd Koninkrijk.
Hij woont in het Verenigd Koninkrijk.
Tom is moe, want hij werkt veel.
Hoeveel talen wil je leren?
Mijn moeder staat in de keuken.
Kunt u mijn kamer schoonmaken.