Staat de deur open?
Wie werkt hier?
ik liep
hij liep
jij liep
Wat doe je?
Doe het licht uit.
Hoe doe je dat met je hand?
“Wil je dat nu wel eens laten?” zei de moeder.
Jan werkt hier.
Waar werkt Jan?
Waar woont u?
Weet je toevallig waar ze woont?
Wat als iemand ons ziet?
Tom woont in het hart van de stad.
Doe alsjeblieft iets.
Het is niet omdat je het kunt, dat het ook moet.
Ben je erachter gekomen waar Tom woont?
“Wat is dat een verschrikkelijk groot eendje,” dacht zij; “geen van de anderen ziet er zo uit.”
Doe wat Tom zegt.