Hij had 50 euro gevraagd.
Jezus wordt vermeld in de Koran.
De afgrond scheen bodemloos.
De vergadering is geëindigd.
Stoom wordt gebruikt in sauna’s.
Jan zat tobbend bij het haardvuur.
Hij werd gearresteerd voor heling.
De zuilen waren gemaakt van marmer.
Gedaan met prutsen aan de USB-poort
Je hebt iets reins en weerloos gedood.
hun straat was uitgestorven
Het draaide zich als een tol in het water rond, strekte zijn kop hoog in de lucht naar de zwanen uit en gaf zulk een luide en zonderlinge schreeuw, dat het er zelf van schrikte
verheven boven de hele schepping
Vergeef me, want ik heb gezondigd.
Tom heeft me gefeliciteerd.
Men heeft me achtergelaten.
Makkelijker gezegd dan gedaan.
Toms herstel heeft een jaar geduurd.
Tom is net afgestudeerd aan Harvard.
De afgrond heeft hem verzwolgen.
