Understand spoken Dutch

Verbs (all parts) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
Plants need nitrogen for their growth.

Planten hebben stikstof nodig voor hun groei.

All of my brothers and sisters were born in Boston.

Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.

You had better go and speak to him in person.

Je zou hem beter persoonlijk aanspreken.

The census is scheduled for next year.

De volkstelling is gepland voor volgend jaar.

The conjugation of this verb is tricky.

De vervoeging van dit werkwoord is lastig.

Are there any tourists here this evening, by any chance?

Zijn er hier vanavond toevallig toeristen?

on the third landing a door stood ajar

op de derde overloop stond een deur op een kier

The opposite is also true.

Het tegenovergestelde is ook waar.

Are you allergic to this medicine?

Bent u allergisch voor dit geneesmiddel?

The canopy of the starry sky is breathtaking.

Het gewelf van de sterrenhemel is adembenemend.

The city has an illustrious history.

De stad heeft een roemruchte geschiedenis.

Learning this language is a piece of cake.

Het leren van deze taal is een peulenschil.

He was the presumed leader of the group.

Hij was de gedoodverfde leider van de groep.

There is a restriction in the number of participants.

Er is een beperking aan het aantal deelnemers.

The couple gave their children a substantial gift.

Het paar deed een forse schenking aan hun kinderen.

The judge will make a ruling concerning the case.

De rechter zal een uitspraak doen inzake de zaak.

That wasn’t a hard call to make.

Dat was geen moeilijke beslissing om te maken.

Tom wasn’t satisfied with Mary’s answer.

Tom was niet tevreden met het antwoord van Mary.

Tom is quite sharp, isn’t he?

Tom is behoorlijk scherpzinnig, nietwaar?

My appointment as a team leader is an honor.

Mijn aanstelling tot teamleider is een eer.