ze giechelde
Ze is ginder al hé.
Kan u afruimen.
Dit merk is gegeerd.
Zijn we idioten?
We zijn dakloos.
te verslepen
te kruisigen
Dat was gelogen.
Druk op de rode knop.
te verwarren
ze is geslaagd
Het is een makkie.
Verberg je iets?
Ik gaap want ik ben moe.
te kriebelen
Ik zette de radio uit.
jaloers zijn op
te verwijten
gewikt en gewogen