Ze kwam teleurgesteld terug.
Ik ben erg teleurgesteld in u.
Ze kwam teleurgesteld thuis.
Het plan is nog niet goedgekeurd.
Het plan moet nu nog goedgekeurd worden.
Hij voelde zich enigszins teleurgesteld door het resultaat.
de bel
Bel je moeder!
Ieder uur telt.
Jouw mening telt.
O, wat glom, wat brandde dit!
Bel hem alsjeblieft op.
Hij is een pijp aan het roken.
Ik voel me schuldig hiervoor.
Zijn gezicht glom van opwinding.