Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"saw (past tense of see)" Practice Lesson
"saw (past tense of see)" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
Yanni saw Skura with her mom.
Yanni zag Skura met haar moeder.
But what did it see now in the clear water?
Maar wat zag het nu in het heldere water?
Maybe Tom saw Mary.
Misschien zag Tom Mary.
she now saw them like stars in the sky
zij zag ze nu als sterren aan den hemel
and along my father’s garden path I saw the tall trees standing
en langs het tuinpad van m’n vader zag ik de hoge bomen staan
That man over there is the same man I saw in the park yesterday afternoon.
Die man daar is dezelfde man die ik gisteren namiddag in het park zag.
in it he saw his own image
het zag daarin zijn eigen beeltenis
The Christmas lights shone higher and higher: she now saw them like stars in the sky.
De Kerstlichtjes stegen al hoger en hoger: zij zag ze nu als sterren aan den hemel.
What did she look like from the rain and the terrible weather!
Wat zag zij er van de regen en van het verschrikkelijke weer uit!
Now he traveled all over the world to find such a one, but all he saw lacked something.
Nu reisde hij de hele wereld rond, om zo één te vinden, maar aan allen, die hij zag, ontbrak wat.
In the morning, the strange visitor was discovered, and the tom cat began to purr, and the hen to cluck.
’s Morgens zag men het vreemde eendje dadelijk, en nu begon de kater te blazen en de kip te kakelen.
When he saw the duckling, he approached it, broke the ice in pieces with his clog, and took the animal home to his wife.
Toen hij het eendje zag, ging hij er heen, trapte het ijs met zijn klomp aan stukken en bracht het dier naar zijn vrouw toe
He let out a cry of delight when he saw them.
Hij slaakte een kreetje van verrukking toen hij hen zag.