Hoe kom ik bij het busstation?
Eindelijk ging het ene ei na het andere open.
Ik ben niet verantwoordelijk voor deze fout.
Ze zijn verantwoordelijk voor de uitbating van de boerderij.
te lezen
in de zomer
te spelen
Tot straks!
Ze keek erachter.
Tot straks dan.
Drink iets met me Tom.
m.a.w.
Ga in je kamer spelen.
Ik ben bang voor uilen.
Hij was vlak achter mij.
Ik heb pijn aan mijn keel.
De tak is vol met bladeren.
Yanni is hier met Skura.
Ga vlak achter me zitten.
Ze vlogen elkaar naar de keel.