je verdwijnt evenals de warme kachel, evenals het heerlijke ganzengebraad en de grote, prachtige Kerstboom.
de eed
de arm
de oma
de kam
de bus
de pil
de pop
de lei
de job
de wei
de sok
de fee
de bek
de tol
de mol
“Je bent verschrikkelijk lelijk!” zeiden de wilde eenden; “maar dat kan ons niet schelen, als je maar niet met iemand van onze familie trouwt!”
het vat
de kaak
de kool