de kamer
een kamer
honderdeen
vierhonderd
honderdvier
vierhonderdvijf
Tom had iets nodig.
Tom heeft iets nodig.
de kinderen
mijn kinderen
Deze kinderen zijn ook van Tom.
Heb je al kinderen?
dertien
veertien
vijftien
honderdtien
tien over vijf
naar huis gaan
tweeëntwintig
drieëntwintig