schooljaar
zesduizend
een oude vrouw
achtduizend
tienduizend
drie duizend
tweeduizend
vierduizend
vijfduizend
de hele school
negenduizend
zevenduizend
twintigduizend
honderdduizend
zeshonderdduizend
Waar zijn mijn ouders?
Ik ben tegen negen uur terug.
tweeduizend eenentwintig
Yanni ging terug naar zijn kamer.
het ei