een heerlijke taart
Ik heb pizza besteld.
een celstraf
Er is een vacature.
Mogen we het menu zien?
het vertrouwen
Zij maakte ontbijt.
Sami bestelde bloemen.
de verdediging
de technologie
het appelsap
de voorwaarden
Ze droeg een tulband.
zowel Engels als Frans
Het was lente geworden.
Ze verkopen meubels.
de nachtclub
Sami draagt een tulband.
Welke talen spreek je?
Deze vergadering is saai.