een grote vergissing
taalvaardigheden
de kosten zijn redelijk
Stopt deze trein in Brussel?
Hij zocht naar de sleutel.
Ik wil mijn sleutel terug.
We gaan naar Duitsland.
het lichtblauwe plafond
het kaarslicht
Een kaars is gemaakt van was.
de schijnwerpers
Ik vond haar foto’s in je la.
Gisteren was het volle maan.
Jongens, we moeten praten.
de kettingzaag
Ik viel in slaap terwijl ik tv keek.
Ik vind de winkel niet leuk.
de tweede verdieping
Ze is vorig jaar gescheiden.
Hij zocht zijn sleutels.