Ik heb een kat.
de winkel
de plaats
Eet je graag kip?
nachtwinkel
Ik wil een kat zijn.
de snelweg
Wat heeft Tom gedaan?
Tom heeft het niet gedaan.
een nachtwinkel
Waarom heeft Yanni dat gedaan?
het wist zelf niet, hoe het zich zou houden
de melk
de poten
achternaam
de politie
zesentachtig
achtentachtig
tweeëntachtig
drieëntachtig