Wat is haar naam?
We zijn op weg naar huis.
Het is nu twee jaar open.
de deur
de hond
eetkamer
lichtrode
Ik heb een hond.
vijf voor acht
vijf voor vier
Dat is mijn hond.
Hij heeft een hond.
Wat een grote hond!
Staat de deur open?
het daglicht
De deur gaat naar de badkamer.
de kat
de kip
een kip
kat en hond