Nouns 165 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	the husband	de echtgenoot
	the caretaking	de verzorging
	the pollution; contamination	de vervuiling
	the ugliness	de lelijkheid
	the darkness	de duisternis
	the hypocrite	de huichelaar
	the company; companionship	het gezelschap
	the tool	het hulpmiddel
	a powder puff	een poederdons
	her husband	haar echtgenoot
	air pollution; atmospheric pollution	luchtvervuiling
	What a hypocrite!	Wat een huichelaar!
	welfare state	verzorgingsstaat
	Tom is a hypocrite.	Tom is een huichelaar.
	Tom was my husband.	Tom was mijn echtgenoot.
	tool par excellence	hulpmiddel bij uitstek
	Have you not come into a warm room and don’t you have a company from which you can learn something?	Ben je niet in een warme kamer gekomen en heb je niet een gezelschap, waarvan je nog wat kunt leren?
	it swam in the water, dived under with his head, but was treated with contempt by all other animals, because of its ugly appearance.	het zwom in het water, het dook met zijn kopje onder, maar door alle dieren werd het om zijn lelijkheid met minachting bejegend