Het maakt niets uit.
Ik zei niets.
maar ze zei niets
Tom heeft niets te eten.
Tom zegt dat hij niets kan horen.
Ik ben van niets bang.
Tom heeft niets gegeten.
Niets vergeten.
We hebben niets gevonden om te eten.
Ik heb niets verkeerd gedaan.
We hebben niets verkeerd gedaan.
Dat verandert niets.
Ik geef niets om winst.
boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
niets meer te bewijzen
Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
Je mag daar niets aanraken.
We weten niets over Istanboel.
Niets zal mijn kwaadaardig plan dwarsbomen.