"nothing" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	nothing	niets
	It doesn’t matter.	Het maakt niets uit.
	I said nothing.	Ik zei niets.
	but she said nothing	maar ze zei niets
	Tom has nothing to eat.	Tom heeft niets te eten.
	Tom says he can’t hear anything.	Tom zegt dat hij niets kan horen.
	I’m not scared of anything.	Ik ben van niets bang.
	Tom didn’t eat anything.	Tom heeft niets gegeten.
	Don’t forget anything.	Niets vergeten.
	We didn’t find anything to eat.	We hebben niets gevonden om te eten.
	I have’t done anything wrong.	Ik heb niets verkeerd gedaan.
	We didn’t do anything wrong.	We hebben niets verkeerd gedaan.
	That doesn’t change a thing.	Dat verandert niets.
	I don’t care about profit.	Ik geef niets om winst.
	bent his head over, and awaited nothing but the death.	boog zijn kop voorover en verwachtte niets anders dan de dood
	nothing more to prove	niets meer te bewijzen
	You have nothing else to do, therefore you have foolish fancies.	Je hebt niets uit te voeren, en daarom verzin je allerlei dwaasheden
	it tells you most probably nothing	het zegt u hoogstwaarschijnlijk niets
	You cannot touch anything there.	Je mag daar niets aanraken.
	We don’t know anything about Istanbul.	We weten niets over Istanboel.