Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"my" Practice Lesson
"my" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
She no longer responded to my messages.
Ze reageerde niet meer op mijn berichten.
All of my brothers and sisters were born in Boston.
Al mijn broers en zussen zijn in Boston geboren.
My mother tried to reconcile the couple.
Mijn moeder probeerde het paar te verzoenen.
My children love the story of Snow White.
Mijn kinderen houden erg van het verhaal van Sneeuwwitje.
at ease
op mijn gemak
Tom’s my cousin.
Tom is mijn neef.
My name is Peter.
Mijn naam is Petrus.
My child has a cough.
Mijn kind moet hoesten.
He grabbed me by the collar.
Hij greep me bij mijn kraag.
I tie my sweater around my waist.
Ik knoop mijn trui om mijn middel.
I’m going to wash my hair today.
Ik ga vandaag mijn haar wassen.
That was not my intention.
Dat was niet mijn bedoeling.
My oldest son’s name is Tom.
De naam van mijn oudste zoon is Tom.
I can’t reveal my source.
Ik kan mijn bron niet onthullen.
My oldest daughter’s name is Mary.
De naam van mijn oudste dochter is Mary.
I don’t want to be forced to turn on my webcam.
Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.
That was the high point of my day.
Dat was het hoogtepunt van mijn dag.
I’m the champion of my province.
Ik ben de kampioen van mijn provincie.
There is a knot in my shoelace.
Er zit een knoop in mijn schoenveter.
I have lost my wallet.
Ik heb mijn portefeuille verloren.
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
Page
1
Page
2
Page
3
Current page
4
Page
5
Page
6
Next page
Next ›
Last page
Last »