"hole" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	hole	gat
	the hole	het gat
	It’s a hole.	Het is een gat.
	He spends too much money.	Hij heeft een gat in zijn hand.
	Make a hole!	Maak een gat!
	It is a black hole.	Het is een zwart gat.
	but with every night, the space on which he swam became smaller and smaller	maar met iedere nacht werd het gat, waarin het zwom, al kleiner en kleiner
	There’s a hole in the bucket.	Er zit een gat in de emmer.
	I have a hole in my jeans.	Ik heb een gat in mijn spijkerbroek.
	There’s a hole in my coat.	Er zit een gat in mijn jas.
	There’s a hole in the ceiling.	Er is een gat in het plafond.
	There is a hole in his sock.	Er zit een gat in zijn sok.
	He had a hole in his sock.	Hij had een gat in zijn sok.
	There’s a hole in your shirt.	Er zit een gat in je shirt.
	He dug a hole.	Hij groef een gat.
	The hole is two meters wide.	Het gat is twee meter breed.
	He dug a hole in the garden.	Hij groef een gat in de tuin.
	the duckling had to paddle constantly with his legs, to keep the space from closing up	het eendje moest voortdurend zijn poten gebruiken, opdat het gat niet geheel dicht zou gaan
	The hole is narrow.	Het gat is nauw.
	Dig a deep hole.	Graaf een diep gat.