Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
User account menu
Show — User account menu
Hide — User account menu
Log in
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"close" Practice Lesson
"close" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
close
dicht
What time does it close?
Hoe laat gaat het dicht?
froze
dichtvroor
The windows must remain closed.
De ramen moeten dicht blijven.
I haven’t slept almost all night!
Ik heb bijna de hele nacht geen oog dichtgedaan!
The bus stops close to the library.
De bus stopt dicht bij de bibliotheek.
“That’s because I’m so ugly,” thought the duckling, closing the eyes for a moment and then walked on.
“Dat komt, omdat ik zo lelijk ben,” dacht het eendje, kneep de ogen even dicht en liep toen weer voort.
It turned its head to put it under his wings; but at the same moment there was a terribly big dog close to the duckling.
Het draaide zijn kop om, om hem onder de vleugels te steken; maar op hetzelfde ogenblik stond er een vreselijk grote hond dicht bij het eendje.
“Quack, quack! Come with me, then I will take you into the big world and introduce you in the duck cage: but keep close to me and watch out for the cat!“
“Kwak, kwak! Gaat maar met mij mee, dan zal ik je in de grote wereld brengen en je in de eendenkooi voorstellen: maar zorgt, dat je dicht in mijn nabijheid blijft, en neemt je voor de kat in acht!”