"bought" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch	Status
Recording	EnglishWhat did you buy?	DutchWat heb je gekocht?	Status
Recording	EnglishWhen did you buy it?	DutchWanneer heb je het gekocht?	Status
Recording	EnglishWhy did Tom buy this?	DutchWaarom heeft Tom dit gekocht?	Status
Recording	EnglishWhat did she buy at the shop?	DutchWat heeft ze in de winkel gekocht?	Status
Recording	EnglishDo you know why Tom bought this?	DutchWeet je waarom Tom dit gekocht heeft?	Status
Recording	EnglishI’m guessing you didn’t buy this yourself.	DutchIk denk dat jij dit niet zelf hebt gekocht.	Status
Recording	EnglishTom and Mary bought an old farm.	DutchTom en Mary hebben een oude boerderij gekocht.	Status
Recording	EnglishWhy did you buy a turtle?	DutchWaarom heb je een schildpad gekocht?	Status
Recording	EnglishI bought a new mobile phone.	DutchIk heb een nieuwe mobiele telefoon gekocht.	Status
Recording	EnglishNo one had bought any from her the whole day, nor had anyone given her even a penny.	DutchNiemand had er de hele dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.	Status
Recording	EnglishNo one had bought one from her all day, no one had even given her alms.	DutchNiemand had er den heelen dag een van haar gekocht, niemand had haar zelfs een aalmoes gegeven.	Status
Recording	EnglishWhere did you buy that bag?	DutchWaar heb je die tas gekocht?	Status
Recording	EnglishI bought Tom a hot dog.	DutchIk heb een hot dog voor Tom gekocht.	Status