Understand spoken Dutch

English-Dutch Dictionary - P

0 (1) 1 (23) 2 (4) 3 (7) 4 (8) 5 (6) 6 (4) 7 (6) 8 (4) A (1457) B (646) C (1064) D (732) E (464) F (599) G (356) H (898) I (1474) J (111) K (71) L (449) M (626) N (334) O (349) P (775) Q (29) R (465) S (1572) T (6278) U (137) V (119) W (923) X (4) Y (314) Z (14)
English Dutch Recording Learn
plans

plannen

plans and organizes a complex set of interdependent tasks with a longer duration

plant en organiseert een complex geheel aan van elkaar afhankelijke taken met een langere duurtijd

plant

plant

plants

planten

Plants need nitrogen for their growth.

Planten hebben stikstof nodig voor hun groei.

plastic

kunststof

plastic

plastic

plate

bord

platform

platform

play

toneelstuk

play

speel

play areas

speelzones

play chess

schaak

play; plays (2nd and 3rd person singular)

speelt

played

speelde

played

bespeeld

played football

gevoetbald

player

speler

players

spelers

playing baseball

aan het honkballen

plea

pleidooi

pleasant

aangenaam

pleasant

deugddoende

please (abbreviated form)

aub

please

gelieve

please (informal)

alsjeblieft

please

alstublieft

Please be polite.

Wees alsjeblieft beleefd.

Please call me before you come.

Gelieve me te bellen vooraleer je komt.

Please clean my room.

Kunt u mijn kamer schoonmaken.

Please clear the plates.

Kan u afruimen.

Please come downstairs.

Kom naar beneden, alsjeblieft.

Please consider it.

Overweeg het alsjeblieft.

Please do something.

Doe alsjeblieft iets.

Please don’t waste water.

Verspil alsjeblieft geen water.

Please follow the guidelines for the safe use of this device.

Volg alsjeblieft de richtlijnen voor het veilig gebruik van dit apparaat.