Yanni
Yanni beschermde Skura.
Yanni betaalde meer en meer.
Yanni denkt altijd groot.
Yanni drinkt groene thee.
Yanni en Skura waren gelukkig samen.
Yanni er er blij mee.
Yanni gaf Skura zijn telefoon.
Yanni ging naar een lokale bar.
Yanni ging terug naar zijn kamer.
Yanni had een platte band.
Yanni had geen telefoon.
Yanni heeft de popcorn betaald.
Yanni heeft dit niet besteld.
Yanni heeft een auto nodig.
Yanni heeft een boerderij net buiten het dorp.
Yanni heeft een fout gemaakt.
Yanni heeft een huis gebouwd.
Yanni heeft een kaart op zijn telefoon.
Yanni heeft een nieuw bed nodig.
Yanni heeft geen auto.
Yanni heeft geen geld.
Yanni heeft geen tijd te verliezen.
Yanni heeft meer monden te voeden nu.
Yanni heeft Skura alles verteld.
Yanni heeft verantwoordelijkheden.
Yanni heeft wat werk te doen.
Yanni hoorde Skura schreeuwen.
Yanni houdt van chocolade.
Yanni is buiten.
Yanni is een klant.
Yanni is een vriend.
Yanni is emotioneel.
Yanni is geïnteresseerd.
Yanni is hier met Skura.
Yanni is jong en atletisch.