|
But good heavens! |
Maar lieve hemel! |
|
|
It was a princess who stood outside in front of the gate. |
Het was een prinses, die buiten voor de poort stond. |
|
|
Now he traveled all over the world to find such a one, but all he saw lacked something. |
Nu reisde hij de hele wereld rond, om zo één te vinden, maar aan allen, die hij zag, ontbrak wat. |
|
|
Once upon a time there was a prince who wanted to marry a princess; but it had to be a real princess. |
Er was eens een prins, die met een prinses wilde trouwen; maar het moest een echte prinses zijn. |
|
|
One evening a strong thunderstorm came; there was thunder and lighting, the rain was pouring down, it was terrible weather! |
Op zekeren avond kwam er een geducht onweer opzetten; het lichtte en donderde, de regen viel bij stroomen neer, het was een verschrikkelijk weer! |
|
|
So he came home again and was sad, because he really wanted to have a real princess. |
Zo kwam hij dan weer thuis en was treurig, want hij wilde toch zo heel graag een echte prinses hebben. |
|
|
The Princess and the Pea |
De prinses op de erwt |
|
|
There was a knock at the city gate, and the old king went to open it. |
Daar werd er op de stadspoort geklopt, en de oude koning ging er heen, om haar open te doen. |
|
|
There was always something that was a bit not quite right. |
Altijd was er iets, dat niet geheel in de haak was. |
|
|
There were enough princesses; but he could not find out if they were real princesses. |
Prinsessen waren er genoeg; maar of het echte prinsessen waren, kon hij niet te weten komen. |
|
|
What did she look like from the rain and the terrible weather! |
Wat zag zij er van de regen en van het verschrikkelijke weer uit! |
|