Understand spoken Dutch

Recent Additions

Recording English Dutch Time ago created Learn
They don’t like me.

Ze vinden me niet leuk.

2 years 6 months ago
I’ve lived in Australia.

Ik heb in Australië gewoond.

2 years 6 months ago
I was skiing.

Ik skiede.

2 years 6 months ago
I think this is good.

Ik denk dat het klopt.

2 years 6 months ago
You look terrible.

Je ziet er verschrikkelijk uit.

2 years 6 months ago
Thank you for your invitation.

Bedankt voor de uitnodiging.

2 years 6 months ago
That doesn’t change a thing.

Dat verandert niets.

2 years 6 months ago
Tom made spaghetti for dinner.

Tom maakte spaghetti voor het avondeten.

2 years 6 months ago
I’m glad you invited me.

Ik ben blij dat je me uitgenodigd hebt.

2 years 6 months ago
It isn’t worth the trouble.

Dat is de moeite niet waard.

2 years 6 months ago
What else does Tom want?

Wat wil Tom nog meer?

2 years 6 months ago
You should know that.

Dat zou je moeten weten.

2 years 6 months ago
An earthquake can happen at any time.

Een aardbeving kan elk moment gebeuren.

2 years 6 months ago
Tom is panting.

Tom hijgt.

2 years 6 months ago
She got married when she was twenty-five.

Ze is getrouwd toen ze 25 was.

2 years 6 months ago
I saw the light at the end of the tunnel.

Ik zag een licht aan het einde van de tunnel.

2 years 6 months ago
I used to play tennis.

Ik speelde tennis.

2 years 6 months ago
Who did you give the book to?

Aan wie heb je het boek gegeven?

2 years 6 months ago
My flight was supposed to arrive at 2:30 p.m.

Mijn vlucht moest normaal om half drie ’s middags aankomen.

2 years 6 months ago
Put yourself in my position.

Ga eens in mijn schoenen staan.

2 years 6 months ago
I want to stay.

Ik wil blijven.

2 years 6 months ago
Who else is going with us?

Wie gaat er nog meer met ons mee?

2 years 6 months ago
I’m not avoiding you.

Ik vermijd u niet.

2 years 6 months ago
We need a response.

Wij hebben een antwoord nodig.

2 years 6 months ago
I want to say I’m sorry.

Ik wil zeggen dat het me spijt.

2 years 6 months ago
I have an urgent matter to discuss with you.

Ik heb een urgente zaak met je te bespreken.

2 years 6 months ago
I’ll ask Tom tomorrow.

Ik zal het Tom morgen vragen.

2 years 6 months ago
Are you eating lunch?

Ben je aan het lunchen?

2 years 6 months ago
I’ll get you some coffee.

Ik haal wat koffie voor je.

2 years 6 months ago
Who should we believe?

Wie moeten we geloven?

2 years 6 months ago
The war ended.

De oorlog eindigde.

2 years 6 months ago
Does everybody understand?

Begrijpt iedereen het?

2 years 6 months ago
Tom isn’t as fat as I am.

Tom is niet zo dik als ik.

2 years 6 months ago
My shoes squeak.

Mijn schoenen piepen.

2 years 6 months ago
I have another sister.

Ik heb nog een andere zuster.

2 years 6 months ago
There is not much hope.

Er is weinig hoop.

2 years 6 months ago
We’re on our way home.

We zijn op weg naar huis.

2 years 6 months ago
There are no comments yet.

Er zijn nog geen opmerkingen.

2 years 6 months ago
I try to swim a kilometer a day.

Ik doe mijn best een kilometer per dag te zwemmen.

2 years 6 months ago
Your team is better than ours.

Jouw team is beter dan het onze.

2 years 6 months ago