"year" Practice Dutch lesson

Learn

Recording	English	Dutch Sort descending	Status
	I’m thirty years old.	Ik ben dertig jaar oud.
	I am 19 years old.	Ik ben negentien jaar oud.
	I became a member of the club ten years ago.	Ik ben tien jaar geleden lid van de club geworden.
	I made a lot of new friends this year.	Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
	I’ve been living in the Netherlands for three years.	Ik woon al drie jaar in Nederland.
	I lived in Australia until last year.	Ik woonde tot vorig jaar in Australië.
	at the beginning of the year	in het begin van het jaar
	In my state, Florida, families just have to send a letter of intention to the government and once a year the test results.	In mijn staat, Florida, moeten families alleen een brief van voornemen naar de overheid sturen en één keer per jaar de testuitslagen.
	year after year	jaar na jaar
	annual basis	jaarbasis
	annual salary	jaarsalaris
	annual report	jaarverslag
	You are also required to submit your child’s school attendance four times a year.	Je bent ook verplicht de schoolaanwezigheid van je kind vier keer per jaar in te dienen.
	more than two years	meer dan twee jaar
	No one could imagine the beautiful things she had seen, nor into what glory she had entered with her grandmother, on New Year’s Day.	Niemand had er enig vermoeden van, wat al schoons zij gezien had, in welk een glans zij met haar grootmoeder het nieuwe jaar ingetreden was.
	New Year’s Day	nieuwjaarsdag
	It also appears that the economic crisis is this year giving the Flemish fewer worries	Ook blijkt dat de economische crisis de Vlamingen dit jaar minder zorgen baart.
	Politicians need two years of delousing	Politici moeten twee jaar ontluizen
	school year	schooljaar
	Tom passed away three years ago.	Tom is drie jaar geleden overleden.