het jaar
dit jaar
meer dan twee jaar
schooljaar
jaar na jaar
Het is nu twee jaar open.
Ze is acht jaar oud.
nieuwjaarsdag
vijftig jaar oud
Ik ben dertig jaar oud.
Ik ben negentien jaar oud.
een paar jaar
het was de laatste avond van het jaar.
Ik woon al drie jaar in Nederland.
Wat zijn de maanden van het jaar?
Ik heb dit jaar veel nieuwe vrienden gemaakt.
één jaar later
elk jaar
een zes jaar oude jongen
jaarverslag