"will (singular)" Practice Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Which team will win the game?	Welk team zal de wedstrijd winnen?
	I’ll make use of this opportunity.	Ik zal van deze gelegenheid gebruikmaken.
	She will fill them out straight away.	Zij zal ze meteen invullen.
	It won’t be easy for you.	Het zal niet gemakkelijk zijn voor jou.
	If you will be hard on yourself, life will be easy on you.	Als je hard voor jezelf bent, zal het leven gemakkelijk voor je zijn.
	You can trust him to keep his word.	Je kan hem vertrouwen dat hij zijn woord zal houden.
	Tom will fail.	Tom zal falen.
	I will do my best.	Ik zal mijn best doen.
	I know Tom will try to do that.	Ik weet dat Tom zal proberen om dat te doen.
	I think it will be powerful	Ik denk, dat het wel krachtig zal worden
	I will fill them in at noon.	Ik zal ze ’s middags invullen.
	He will walk to school.	Hij zal naar school lopen.
	I’ll consider it.	Ik zal het overwegen.
	When will the next concert happen?	Wanneer zal het volgende concert optreden?
	He will come afterwards.	Hij zal nadien komen.
	Tom will explain it to you.	Tom zal het je uitleggen.
	He’ll show up soon.	Hij zal spoedig komen opdagen.
	Tom will improve.	Tom zal verbeteren.
	Oh! He will not bother you.	Oh! Hij zal je niet lastig vallen.
	I’ll ask Tom tomorrow.	Ik zal het Tom morgen vragen.