Skip to main content
Understand spoken Dutch
Search
Understand spoken Dutch
Main navigation
Show — Main navigation
Hide — Main navigation
Home
Online Lessons
Dictionary
FAQ
Donate
Blog
Testimonials
Contact
Breadcrumb
Home
Online Lessons
"want (1st person singular)" Practice Lesson
"want (1st person singular)" Practice Dutch lesson
Primary tabs
Summary
Quiz
Content
Secondary tabs
All
Words
Phrases
Learn
Recording
English
Dutch
Status
I want to buy a book.
Ik wil een boek kopen.
I’d like to buy one of those.
Ik wil een van deze kopen.
I would also like to buy some shoes.
Ik wil ook graag schoenen kopen.
I don’t want to speak about myself.
Ik wil niet van mij zelf spreken.
I don’t want to speak for myself.
Van mij zelf wil ik niet spreken.
I would like a glass of water please
Ik wil graag een glas water, alstublieft
I want a dish containing chicken.
Ik wil een gerecht met kip.
I want a dish with fish.
Ik wil een gerecht met vis.
I want a dish containing bread.
Ik wil een gerecht met brood.
I want a dish containing eggs.
Ik wil een gerecht met eieren.
I want the chicken with cheese, please.
Ik wil de kip met kaas, alstublieft.
I want to read with my family.
Ik wil met mijn familie lezen.
I want to sell my house.
Ik wil mijn huis verkopen.
I want to sell my farm.
Ik wil mijn boerderij verkopen.
Where do you want to have lunch?
Waar wil je lunchen?
I don’t want to talk about it anymore.
Ik wil er niet meer over praten.
I would like to see him
ik wil hem graag zien
Wïll you show it to me?
Wil je het mij laten zien?
I don’t want to be alone with Tom.
Ik wil niet alleen blijven met Tom.
I want to sleep.
Ik wil slapen.
Pagination
First page
« First
Previous page
‹ Previous
Page
1
Current page
2
Page
3
Page
4
Page
5
Next page
Next ›
Last page
Last »