Verbs (Present tense, 3rd person singular) Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He discovered a new star.	Hij heeft een nieuwe ster ontdekt.
	When the weather is nice, we eat on the terrace.	Als het mooi weer is, eten we op het terras.
	Can you recommend another hotel?	Kan u mij een ander hotel aanraden?
	Can you suggest another hotel?	Kan u mij een ander hotel aanraden?
	That resistance is now completely gone.	Die weerstand is nu helemaal weg.
	The royal family lives in a palace.	Het vorstenhuis woont in een paleis.
	I hope Tom doesn’t think that we hate him.	Ik hoop dat Tom niet denkt dat we hem haten.
	Lounging is also good for your brain	Ook lummelen is goed voor je brein
	Extortion is a serious crime.	Afpersing is een ernstig misdrijf.
	Tom makes more money than his parents.	Tom verdient meer dan zijn ouders.
	The verdict falls on June 21.	Het vonnis valt op 21 juni.
	How many paragraphs does the article have?	Hoeveel alinea’s telt het artikel?
	Where can I buy an English newspaper?	Waar kan ik een Engelse krant kopen?
	the village has been modernised	het dorp is gemoderniseerd
	“What an absurd idea,” said this one.	«Wat is dat voor een dwaze inval!» zei deze.
	I can’t remember your name.	Ik kan me je naam niet herinneren.
	My humility makes me proud.	Mijn nederigheid maakt me trots.
	There is a palm tree in the garden.	Er staat een palmboom in de tuin.
	A beard does not make a philosopher.	Een baard maakt je nog geen filosoof.
	The canary sings cheerfully in its cage.	De kanarie zingt vrolijk in zijn kooi.