Verbs (Present tense, 3rd person singular) 13 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	He judges harshly.	Hij vonnist streng.
	Nothing happens by chance.	Niets gebeurt toevallig.
	The coup failed.	De staatsgreep mislukte.
	The more one has, the more one desires.	Hoe meer men heeft, hoe meer men begeert.
	Take as much as your heart desires.	Neem zoveel als je hart begeert.
	We met before.	We hebben elkaar eerder ontmoet.
	Tom makes more money than his parents.	Tom verdient meer dan zijn ouders.
	He earns twenty dollars a day.	Hij verdient twintig dollar per dag.
	The judge finds the suspect guilty.	De rechter vonnist de verdachte schuldig.
	The operation of the new shop is going smoothly.	De uitbating van de nieuwe winkel verloopt vlot.
	After saying this, she grabbed it and stroked its feathers smooth.	Dit zeggende, pakte zij het beet en streek zijn veren glad.
	Whenever I meet her, I get the desire to kiss her.	Telkens als ik haar ontmoet krijg ik het verlangen haar te kussen.
	for her old grandmother, the only one who had ever loved her, and who had now passed away, had told her that when a star falls, a soul was going up to God	want haar oude grootmoeder, de enige die haar ooit had liefgehad, maar die nu dood was, had haar verteld, dat er, als er een ster naar beneden valt, een ziel tot God opstijgt