Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 2nd person plural) Examples Dutch lesson

Recording English Sort descending Dutch Status
Muslims worship God.

Moslims aanbidden God.

New drivers have to bring relief

Nieuwe chauffeurs moeten soelaas brengen

Now, that we will soon find out!

Nu, dat zullen we wel eens te weten komen!

One day, we’ll know.

Op een dag zullen we het weten.

Owls hunt mainly at night.

Uilen jagen vooral ’s nachts.

Parents should be able to choose home education for their children in every country.

Ouders moeten voor thuisonderwijs voor hun kinderen kunnen kiezen, in ieder land.

People commemorate deceased loved ones

Mensen herdenken overleden dierbaren

Politicians need two years of delousing

Politici moeten twee jaar ontluizen

Prices are continuously rising.

De prijzen stijgen onophoudelijk.

She wants to do it.

Ze wil het doen.

So it is wrong, we must change

Het is dus verkeerd, we moeten het veranderen

Strange that they worship the sun.

Vreemd dat ze de zon aanbidden.

The hiring of functional analysts who will assist the customer in the development of user-specific applications.

Het inhuren van functioneel analisten die de klant zullen bijstaan bij het ontwikkelen van gebruikersspecifieke toepassingen.

The main target of the N-VA will be the francophone socialists.

De grootste schietschijf van de N-VA zullen de Franstalige socialisten zijn.

The most beautiful flowers bloom at the edge of the ravine.

Aan de rand van het ravijn bloeien de mooiste bloemen.

the needs of the weakest should serve as a yardstick

de behoeften van de zwaksten moeten dienen als maatstaf

The only thing you should do is wait.

Het enige wat je zou moeten doen is wachten.

The windows must remain closed.

De ramen moeten dicht blijven.

Then you have no right to express an opinion when sensible people are speaking.

Dan mag je ook geen mening hebben, als verstandige lieden met elkaar spreken.

These mosquitos are eating me alive!

Die muggen verslinden mij levend!