Understand spoken Dutch

Verbs (Present tense, 1st person singular) Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I think we need to set some limits. Ik denk dat we enkele limieten moeten stellen.
Come on, let’s not distract Tom from his work. Kom op, laten we Tom niet afleiden van zijn werk.
I must draw attention to the following points. Ik moet de aandacht vestigen op de volgende punten.
In the garden, I walked around, humming with pure joy. In de tuin liep ik rond, neuriënd van pure blijdschap.
it will have to go in the water, even if I have to push it in myself in het water moet het, al zou ik het er ook zelf induwen
Can you move the appointment to tomorrow? Kan je de afspraak naar morgen verschuiven?
I’ve been feeling depressed lately. Ik ben de laatste tijd neerslachtig.
I have a natural ability in mathematics. Ik heb een natuurlijke aanleg voor wiskunde.
I am the guardian of my disabled brother. Ik ben de voogd van mijn gehandicapte broer.
“You have to decide that for yourself,” continued the old duck and left. “Je moet het zelf weten,” hernam de oude eend en ging weg.
This inspection must be carried out thoroughly. Deze inspectie moet grondig worden uitgevoerd.
An error may occur during installation. Een fout kan optreden tijdens de installatie.
I’m not interested in science. Ik heb geen belangstelling voor de wetenschap.
who is the cleverest creature I know die is het verstandigste schepsel, dat ik ken
Hand me the glue and the scissors in that box, please. Geef me alsjeblieft de lijm en de schaar die in die doos zitten.
Ben learned to make a fire without matches. Ben heeft geleerd hoe hij vuur kan maken zonder lucifers.
I have to earn a living. Ik moet in mijn levensonderhoud voorzien.
I happened to meet her in the street. Ik ben haar toevallig tegengekomen op straat.
He walked towards them with great strides and waving arms. Hij liep met grote passen en maaiende armen op hen af.
“I believe I shall go out into the wide world!” said the duckling. «Ik denk, dat ik de wijde wereld maar in zal gaan!» zei het eendje.