te leggen
te werken
aan het slapen
Ik moet slapen.
Wij moeten slapen.
Yanni moet werken.
Wanneer slapen uilen?
Hoe werken deze dingen?
Ik zal niet voor Tom werken.
Hoe laat begint u met werken?
«Kun je eieren leggen?» vroeg zij.
Ik ben moe maar ik kan nog niet slapen.
Ik ga naar Australië om op een boerderij te werken.
te drinken
wachten op
Je moet wachten.
Niets vergeten.
Mogen we hier zitten?
Wil je iets drinken?
Mogen we het menu zien?