Verbs (infinitives) 48 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to crucify (long form)	te kruisigen
	to confuse (long form)	te verwarren
	to subscribe to	zich abonneren op
	to attach files	bestanden bijvoegen
	Have you gone through this completely?	Heb je dit helemaal doorlopen?
	Bob could not control his anger.	Bob kon zijn woede niet beheersen.
	It isn’t clear whether she would agree.	Het is niet duidelijk of ze zal instemmen.
	I have to go back and visit my family.	Ik moet teruggaan en mijn familie bezoeken.
	Russia therefore sees China conquering its market	Rusland ziet China dus zijn markt veroveren
	Making ends meet means earning enough money to live.	Rondkomen betekent genoeg geld verdienen om te kunnen leven.