te verwijten
Ik moet bijblijven.
niet meer uitstellen
opzegging bevestigen
Hier moeten we uitstappen.
Ik weet niet of ik het zou aanvaarden of afwijzen.
de stemmen van de kinderen niet doen verstommen
Het beleid zal inflatie alleen maar versnellen.
Boldi bleef maar over zijn eigen voeten struikelen.