Verbs (infinitives) 18 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to hit (long form)	te treffen
	to polish	te poetsen
	to shave (long form)	om te scheren
	I’ll take a shower.	Ik ga douchen.
	to thank (long form)	te bedanken
	I’m cured.	Ik ben genezen.
	to change your name	naam wijzigen
	to brush your teeth	tanden poetsen
	I need to take a shower.	Ik moet douchen.
	Tom hates shaving.	Tom haat scheren.
	I need to shave.	Ik moet me scheren.
	Where can I take a shower?	Waar kan ik douchen?
	I’m afraid I have to turn you down.	Ik moet u helaas afwijzen.
	We’re going to have a lot of fun.	We gaan veel plezier beleven.
	A stitch in time saves nine.	Voorkomen is beter dan genezen.
	better safe than sorry	voorkomen is beter dan genezen
	Let’s live life together!	Laten we het leven samen beleven!
	The government had to alter its foreign policy.	De overheid moest zijn buitenlands beleid wijzigen.
	Do you ever wish you could experience something ‘for the first time’ again?	Heb je ooit dat je wou dat je iets opnieuw ‘voor het eerst’ kon beleven?
	I want to thank you for what you did for Tom.	Ik wil jullie graag bedanken voor hetgeen jullie voor Tom hebben gedaan.