Verbs Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	Tom fell off the balcony.	Tom viel van het balkon.
	He wrote a letter.	Hij schreef een brief.
	to go to a concert	naar een concert gaan
	That was my department.	Dat was mijn afdeling.
	Yanni bought Skura a ring.	Yanni kocht Skura een ring.
	in the beginning she did everything	in het begin deed ze alles
	I haven’t said yes yet.	Ik heb nog geen ja gezegd.
	I hope it is not a drake!	Als het maar geen woerd is!
	Let me explain.	Laat me het uitleggen.
	The retaliation was severe.	De vergelding was streng.
	it has not changed	het is niet veranderd
	What does that word mean?	Wat betekent dat woord?
	added the chicken to this	liet de kip hierop volgen
	Were you married at that time?	Was je op dat moment getrouwd?
	She was still a virgin.	Ze was nog steeds een maagd.
	The train is arriving soon.	De trein is in aantocht.
	The speech took too long.	Het betoog duurde te lang.
	Tom is a little angry at Mary.	Tom is een beetje boos op Mary.
	He looked for the key.	Hij zocht naar de sleutel.
	We were aware of what was going on.	We wisten wat er gaande was.