Understand spoken Dutch

Verbs Examples Dutch lesson

Recording English Dutch Status
I didn’t know that Tom and John were brothers? Ik wist niet dat Tom en John jouw broers waren?
The egg is a symbol of fertility. Het ei is een symbool van vruchtbaarheid.
his horses are faster than eagles zijn paarden zijn sneller dan adelaars
I wish I was more confident. Ik wou dat ik zelfverzekerder was.
He took a piece of chalk and wrote on the board. Hij nam een krijtje en schreef op het bord.
The bulb of the radish is usually eaten raw. De bol van de radijs wordt meestal rauw gegeten.
I warned you in advance. Ik heb je van tevoren gewaarschuwd.
He sawed logs for the fireplace. Hij zaagde houtblokken voor de open haard.
Who is responsible? Wie is de verantwoordelijke?
The worn-out sweater has holes on the elbows. De versleten trui heeft gaten op de ellebogen.
A sink is a container for water. Een gootsteen is een opvangbak voor water.
Humility often achieves more than pride. Nederigheid levert vaak meer op dan trots.
Even if you’re tired, you must persevere. Zelfs als je moe bent, moet je doorzetten.
The concept of loyalty no longer means anything to people. Het begrip trouw zegt de mensen niets meer.
The extortion ended up in the courtroom. De afpersing eindigde in de rechtszaal.
The spirit is willing, but the flesh is weak. De geest is gewillig, maar het vlees is zwak.
Every time she coughed, she felt a great deal of pain. Telkens als ze hoestte deed het veel pijn.
Tom is an activist in his community. Tom is een activist in zijn gemeenschap.
The squirrels jumped from branch to branch. De eekhoorntjes sprongen tak op tak af.
The demand for rice in Japan is considerable. De vraag naar rijst in Japan is aanzienlijk.