Verbs (all parts) 72 Examples Dutch lesson

Recording	English	Dutch	Status
	to extend (long form)	te verlengen
	to increase (long form)	te vergroten
	to besiege (long form)	te belegeren
	to earn money	geld verdienen
	to listen to music	naar muziek luisteren
	I didn’t mean to offend you.	Ik wou je niet beledigen.
	I don’t want to offend you	ik wil jullie niet beledigen
	I met her by accident.	Ik ontmoette haar toevallig.
	I met him the day before yesterday.	Ik ontmoette hem eergisteren.
	I don’t want to be forced to turn on my webcam.	Ik wil niet gedwongen worden om mijn webcam aan te zetten.
	This is the kind of music that Tom likes to listen to.	Dit soort muziek vindt Tom fijn om naar te luisteren.
	The child sat in the stiffness of death whilst holding the matches, of which one box was burnt.	Verstijfd zat het kind daar met de lucifers, waarvan een doosje geheel opgebrand was.
	Lit up by the blazing sun, there stood an old castle, that was surrounded by a deep canal, and from the wall to the water thick brushwood was growing.	Door de glans der zon beschenen, stond daar een oud kasteel, dat door een diepe gracht omgeven was, en van de muur tot aan het water groeide dicht kreupelhout.